De Leidse exit poll
Op 12 maart 2018 waren er gemeenteraadsverkiezingen in Nederland. Een groepje onderzoekers van de Universiteit Leiden besloot om op die dag een exit poll te organiseren in Leiden. Een exit poll is een peiling die wordt gehouden onder kiezers die net hun stem hebben uitgebracht. Een exit poll geeft snel inzicht in de uitslag van de verkiezingen. Meteen na het sluiten van de stembureaus kunnen al prognoses worden gemaakt. Verder biedt een exit poll de mogelijkheid voor een nadere analyse van het kiezersgedrag.
De exit poll in Leiden werd georganiseerd door Jaap de Jong, Alexander Pleijter en Willem van Rooijen van de Faculteit der Geesteswetenschappen (Journalistiek en Nieuwe Media) en Joop van Holsteijn en mijzelf van de Faculteit der Sociale Wetenschappen (Politieke Wetenschappen). Het enquêteerwerk in de stembureaus was in handen van een groep van een stuk of 20 studenten.

Links: stembureau Roomburgh. Rechts: stembureau De Sleutels.
Voor de exit poll selecteerden we acht stembureaus die bij elkaar een goede afspiegeling waren van het stemgedrag (bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen) in heel Leiden. In die stembureaus vroegen de studenten de hele dag door aan alle stemmers een korte vragenlijst in te vullen. Ze moesten zeven vragen beantwoorden: stemgedrag nu, stemgedrag vier jaar geleden, welke factoren het belangrijkste waren bij de partijkeuze (lokale factoren, landelijke factoren of beide), stemgedrag voor het referendum (wel/niet gestemd, voor/ tegen), geslacht, leeftijd en opleiding. Uiteindelijk leverde dit ruim 5000 formulieren op.

Links: stembureau LTV de Merenwijk. Rechts: Verwerking van de binnengekomen formulieren.
Om de paar uur haalden we de ingevulde vragenlijsten op bij de stembureaus. In het commandocentrum bij de universiteit vouwden we de vragenlijsten open, scanden ze en verwerkten ze tot een prognose. Om 21.30 uur kwam de eerste prognose naar buiten. Die was gebaseerd op stemmen die tot 18.00 uur waren uitgebracht. Ongeveer een uur later kwam de definitieve prognose waarin alle vragenlijsten waren gebruikt. De voorlopige uitslag van de gemeente Leiden kwam pas diep in de nacht via Twitter om 3.20 uur.
De dag na de verkiezingen konden we onze prognose vergelijken met de officiële uitslag. Zie de grafiek hieronder. Het is duidelijk dat de prognose (op basis van acht stembureaus) in de buurt ligt van de officiële uitslag (op basis van alle 54 stembureaus). De verschillen zijn rond de 1 procent of minder. Er is één uitzondering: voor de PvdA is er een groter verschil. We kunnen daar geen duidelijke verklaring voor vinden.

De prognose en de officiële uitslag.
In de exit poll vroegen we naar het stemgedrag in 2018 en in 2014. Dat maakt het mogelijk om de veranderingen in het stemgedrag nader te analyseren. Een voorbeeld is de grafiek hieronder. D66 was de grote verliezer in Leiden. De partij viel terug van 12 naar 9 zetels. In de grafiek is te zien dat D66 niet alleen verloor, maar ook won. Alleen verloor de partij veel meer kiezers (de partij halveerde zo ongeveer), dan er kiezers bij kwamen. D66 verloor vooral aan GroenLinks, de PvdA en de VVD. Nieuwe kiezers kwamen vooral van dezelfde drie partijen.

Winst en verlies van D66.
Het ging niet alleen over het kiezen van een nieuwe gemeenteraad. Er was ook nog een referendum over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. We stelden in de exit poll ook een vraag over het stemgedrag in dat referendum. Als we ons beperken tot de kiezers die voor of tegen hebben gestemd, dan was het aantal voorstanders in de exit poll gelijk aan 40,1 procent en het aantal tegenstanders was 59,8 procent. In het officiële referendum was 38,3 procent voor en 58,5 procent tegen. Er is dus een klein verschil tussen prognose en officiële uitslag van 1,8 procentpunt.
Omdat we in de exit poll gevraagd hebben naar stemgedrag in het referendum en ook andere vragen hebben gesteld, kunnen we nader onderzoeken welke stemmers voor of tegen hebben gestemd. Een voorbeeld is de samenhang tussen stemgedrag en leeftijd. De grafiek hieronder toont het percentage voor en tegenstanders per leeftijdsklasse. Er is een duidelijk patroon te zien. Vooral de jongeren zijn tegen de wet. Een meerderheid van meer dan 63 procent van de jongeren is tegen. Het percentage tegenstanders neemt af naarmate men ouder wordt. Bij de ouderen (65 jaar en ouder) is het percentage tegenstanders nog maar 41,6. Een minderheid dus.

Voor en tegen naar leeftijd.
Al met al kunnen we concluderen dat een exit poll een aantrekkelijk instrument is om in te zetten bij verkiezingen. Niet alleen kunnen politici en de media al in een vroeg stadium al een indruk krijgen van de verkiezingsuitslag, maar ook levert een peiling interessante informatie op voor nadere analyse van wat er zich in de hoofden van de kiezers afspeelde.